vrijdag 19 januari 2024

Mijn naam is Thomas ...

Ongelovige Thomas - Caravaggio ca 1600
 

Al eerder schreef ik over ongelovige Thomas (blog 29 mei 2019). Ik ben door deze man gefascineerd geraakt dankzij Mignon, mijn overleden zus. Zij woonde en werkte als musicus en componiste in Basel en zij nam mij een keer mee naar het kunstmuseum aldaar. Zij toonde mij een schilderij van Thomas die de wonden van Jezus aanraakte. Ze verwonderde zich erover dat nu juist deze man "ongelovig" werd genoemd, terwijl hij de enige was onder de discipelen die de wonden van Jezus opmerkte en durfde aan te raken. 

Dit is Mignon ten voeten uit. Ze gaf een draai aan het hele verhaal, waardoor Thomas voor mij opeens in een geheel ander daglicht kwam te staan. Het hierboven getoonde schilderij is overigens een ander als die Mignon mij in Basel liet zien: ik kan deze afbeelding nergens op het internet vinden.

Veel later las ik één van de werken van Tomas Havic, een Tjechische RK priester en theoloog en hij had dezelfde benadering: Thomas die als enige de confrontatie met het lijden van Jezus durfde aan te gaan.

Waarom vind ik dit nu zo fascinerend?

Wat zie ik? Dat is eigenlijk de centrale vraag. Welke mensen bij Hamas zien het onvoorstelbare leed dat zij vele gezinnen in Israel heeft aangedaan? Welke mensen in Israel zien het onvoorstelbare leed dat zij de Palestijnse gezinnen in Gaza aandoen? Wie durft die confrontatie aan? Of zien we alleen nog maar dood en verderf als wraak voor hetgeen ons is aangedaan? Dezelfde vragen kunnen we bij iedere brandhaard om ons heen stellen: wat zie ik? Wie zie ik? 

En wat gebeurt er toch met al die mensen die met spandoeken staan te protesteren tegen Israël, tegen Palestina ... ik denk dat ik dit van de directe slachtoffers nog wel kan begrijpen, maar al die mensen over de hele wereld die aan een bepaalde kant gaan staan en de vuisten ballen naar de mensen die aan de andere kant zijn gaan staan? Zouden we niet eerder met stomheid geslagen moeten zijn en verslagen onze blik naar de grond moeten richten?

Wat zie ik? Wie zie ik?

Maar ook in het klein speelt deze vraag. Afgelopen week zag ik een toespraak door een (ik meen) Amerikaanse hoogleraar die sprak over mensen om ons heen die anders zijn. Die andere gewoonten hebben. Die anders denken en daardoor anders handelen. Hij verklaarde dat, vanuit de evolutie, wij zijn groepsdieren en hebben geleerd hard weg te hollen bij gevaar, we van nature de onmiddellijke neiging hebben om dit "anders-zijn" diep te wantrouwen. Dat is natuurlijk gedrag dat bij ons hoort. Het is, zoals dat heet, een reflex: het gebeurt gewoon omdat het zo in ons is ingebouwd. Het getuigt nu juist van moed en veel karakter om deze reflexmatige neiging te onderdrukken en die anders-zijnde ander met een "open mind" te benaderen. 

Daar moet je dus moeite voor doen.

Je moet kritisch zijn op je spontane gedachten en daardoor ook op wat je meent te zien. Dat is namelijk in de meeste situaties ingegeven door angst en je neiging om je af te wenden.

Tegelijkertijd spreken die mensen ons aan die de ander als medeschepsel tegemoet te treden: majoor Boshart van het Leger des Heils; moeder Theresa; dominee Visser van de Pauluskerk, Jezus ...

Dat zijn mensen die voor velen, ook voor mij, als voorbeeld gelden. En, net zoals bij Thomas, is voor mij de vraag: is mijn geloof in deze mensen zo sterk, dat ik de confrontatie met het lijden aandurf omdat ik weet dat zij hier een antwoord op hebben gevonden?