zaterdag 20 april 2024

Wat is de afspraak?

 


In één van de meer recente weekbrieven* schrijft Rob Groen over zingeving. Hij refereert aan het bekende verschijnsel dat het een typisch menselijk gegeven is om overal "zin en duiding" aan te geven. We zoeken steeds naar patronen en logische verbanden.En daarin kunnen we ons ook lelijk vergissen. Zo heb ik, door schade en ouder worden moeten leren dat ik, als ik vermoeid raak, neig naar meer achterdocht. En voor je het weet is mijn wereld gevuld met samenzweringen.

Die draai ik dus tegenwoordig om: als ik constateer dat ik wantrouwig om me heen begin te kijken, ga ik maar een avond vroeg naar bed. En zeker hierna heeft de morgenstond weer goud in de mond.

Enfin.

Ik wijd uit.

Later in de weekbrief gaat Groen in op het existentialisme. Camus en Sartre gingen er in hun denken van uit dat er niet zoiets bestaat als een aan het leven inherente zin. Ingebakken dus. Maar dat het leven zinloos is en alleen betekenis kan krijgen doordat wij die eraan geven. 

Hij noemt dat goed nieuws. Bevrijdend zelfs.Al eerder in het schrijven noemt hij zingeving een subjectief gevoel.

Hier wil ik op reageren.

Het lijkt mij namelijk het type bevrijding waarbij je volledig loskomt van welke binding dan ook. Een wereld waarin ieder individu zijn of haar eigen werkelijkheid kan formuleren en er op geen enkele wijze gekomen kan worden tot onderlinge samenhang: "Dat is jouw werkelijkheid, dit is de mijne ..." Waarbij de mensen die luidop hebben verkondigt dat COVID en de vaccinatieprogramma's niets anders zijn dan een wereldwijde samenzwering om de mensheid onderworpen te krijgen. Waarbij duistere geesten in Bodegraven kindergraven kunnen verstoren omdat ze ervan overtuigd zijn dat de kinderen het slachtoffer zijn van een pedofiel netwerk en zij, ondanks vele waarschuwingen, maar blijven volharden in hun nachtelijke samenkomsten op dit kerkhof. Waarbij een Amerikaanse presidentskandidaat iedere objectieve verslaglegging waarin kan worden aangetoond dat de man keihard liegt, doodleuk benoemt als "fake news" en talloze volgelingen hem hierin nog geloven ook. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Er is een groot verhaal. Simon Vinkenoog schreef hier meesterlijk over (en dit wordt in een eerdere weekbrief ** door Andrea van Zweden van Peppen aangehaald). Een verhaal dat, door allerlei culturele verschillen over de hele wereld in varianten wordt aangehaald. Een verhaal waarin samenhang in de schepping wordt aangehaald. Een verhaal waarin de gouden regel steeds opnieuw als basis van het menselijk samengaan wordt aangereikt: "behandel anderen zoals jij ook door hen behandeld zou willen worden."

Een verhaal dat zo veelomvattend is dat wij alleen fragmenten leren kennen.

En ja, daar komt de relatie met Sartre (en Kierkegaard) om de hoek kijken: het krijgt pas betekenis als je hier zelf handen en voeten aan geeft. 

"Dat liefde is. Dat de natuur er is.

Dat het leven geven en nemen is.

Zin en onzin; chaos en betekenis." ***


* weekbrief 13, 2 april 2024, Apostolisch Genootschap

** weekbrief 8, 26 februari 2024, Apostolisch Genootschap

*** uit: Het grote verhaal, Simon Vinkenoog


vrijdag 19 januari 2024

Mijn naam is Thomas ...

Ongelovige Thomas - Caravaggio ca 1600
 

Al eerder schreef ik over ongelovige Thomas (blog 29 mei 2019). Ik ben door deze man gefascineerd geraakt dankzij Mignon, mijn overleden zus. Zij woonde en werkte als musicus en componiste in Basel en zij nam mij een keer mee naar het kunstmuseum aldaar. Zij toonde mij een schilderij van Thomas die de wonden van Jezus aanraakte. Ze verwonderde zich erover dat nu juist deze man "ongelovig" werd genoemd, terwijl hij de enige was onder de discipelen die de wonden van Jezus opmerkte en durfde aan te raken. 

Dit is Mignon ten voeten uit. Ze gaf een draai aan het hele verhaal, waardoor Thomas voor mij opeens in een geheel ander daglicht kwam te staan. Het hierboven getoonde schilderij is overigens een ander als die Mignon mij in Basel liet zien: ik kan deze afbeelding nergens op het internet vinden.

Veel later las ik één van de werken van Tomas Havic, een Tjechische RK priester en theoloog en hij had dezelfde benadering: Thomas die als enige de confrontatie met het lijden van Jezus durfde aan te gaan.

Waarom vind ik dit nu zo fascinerend?

Wat zie ik? Dat is eigenlijk de centrale vraag. Welke mensen bij Hamas zien het onvoorstelbare leed dat zij vele gezinnen in Israel heeft aangedaan? Welke mensen in Israel zien het onvoorstelbare leed dat zij de Palestijnse gezinnen in Gaza aandoen? Wie durft die confrontatie aan? Of zien we alleen nog maar dood en verderf als wraak voor hetgeen ons is aangedaan? Dezelfde vragen kunnen we bij iedere brandhaard om ons heen stellen: wat zie ik? Wie zie ik? 

En wat gebeurt er toch met al die mensen die met spandoeken staan te protesteren tegen Israël, tegen Palestina ... ik denk dat ik dit van de directe slachtoffers nog wel kan begrijpen, maar al die mensen over de hele wereld die aan een bepaalde kant gaan staan en de vuisten ballen naar de mensen die aan de andere kant zijn gaan staan? Zouden we niet eerder met stomheid geslagen moeten zijn en verslagen onze blik naar de grond moeten richten?

Wat zie ik? Wie zie ik?

Maar ook in het klein speelt deze vraag. Afgelopen week zag ik een toespraak door een (ik meen) Amerikaanse hoogleraar die sprak over mensen om ons heen die anders zijn. Die andere gewoonten hebben. Die anders denken en daardoor anders handelen. Hij verklaarde dat, vanuit de evolutie, wij zijn groepsdieren en hebben geleerd hard weg te hollen bij gevaar, we van nature de onmiddellijke neiging hebben om dit "anders-zijn" diep te wantrouwen. Dat is natuurlijk gedrag dat bij ons hoort. Het is, zoals dat heet, een reflex: het gebeurt gewoon omdat het zo in ons is ingebouwd. Het getuigt nu juist van moed en veel karakter om deze reflexmatige neiging te onderdrukken en die anders-zijnde ander met een "open mind" te benaderen. 

Daar moet je dus moeite voor doen.

Je moet kritisch zijn op je spontane gedachten en daardoor ook op wat je meent te zien. Dat is namelijk in de meeste situaties ingegeven door angst en je neiging om je af te wenden.

Tegelijkertijd spreken die mensen ons aan die de ander als medeschepsel tegemoet te treden: majoor Boshart van het Leger des Heils; moeder Theresa; dominee Visser van de Pauluskerk, Jezus ...

Dat zijn mensen die voor velen, ook voor mij, als voorbeeld gelden. En, net zoals bij Thomas, is voor mij de vraag: is mijn geloof in deze mensen zo sterk, dat ik de confrontatie met het lijden aandurf omdat ik weet dat zij hier een antwoord op hebben gevonden?