zondag 27 oktober 2024

What's in a name

Door het bestuur is onderzoek gedaan naar de naam "Apostolisch Genootschap" en de uitkomst was, toch wel tot verrassing van velen, dat de naam "goed viel" en er weinig redenen waren om deze te wijzigen. Ik vat het allemaal even heel kort samen en doe ongetwijfeld tekort aan de vele onbenoemde onderbouwingen die genoemd kunnen worden. Er was veel kritiek op het onderzoek zelf en daarmee op de conclusie. Vervolgens waren er verschillenden die beredeneerd aangaven waarom er goede redenen waren om de naam te veranderen. Overigens waren er ook kritieken die juist een pleidooi hielden voor behoud van de naam.

Ik moest hierbij sterk denken aan de uitspraak dat Jezus nooit een kerk heeft gesticht. Zoals ik de verhalen over zijn leven interpreteer, was hij een leraar die de mensen om hem heen liet zien dat God en leer weinig om het lijf hadden als ze niet gevoed werden door de liefde. En ook die liefde was maar een abstractie als er geen mensen waren die hier in en met hun leven handen en voeten aan wilden geven. Een levensinvulling die Jezus in ieder geval tot in de uiterste consequentie heeft uitgehouden, totdat hij hierom werd vermoord.

En, God zij dank, bleken er steeds weer mensen op te staan die, al of niet geïnspireerd door deze bijzondere man, een leven in liefde wilden leven. Want het leven in liefde is geen "uitvinding" van Jezus, ze is inherent aan het leven zelf.

Ik heb dan ook al heel vaak tijdens diensten die ik mocht verzorgen, uitgesproken dat wij, apostolischen, een heel eenvoudig geloof hebben, namelijk: "heb lief". Er zijn geen ingewikkelde dogma's over een drie-eenheid of over een eenvoudige man die de enig geboren zoon van God zou zijn of over een onbevlekte ontvangenis. In die zin hebben we een ronduit "kaal" geloof. 

Maar misschien is het juist ook wel daarom dat wij zo gemakkelijk in anderen, niet-apostolischen, onze broeders en zusters herkennen door de manier waarop ze schrijven, spreken en, vooral, handelen. We weten heel goed dat we geen exclusief gedachtegoed hebben ontwikkeld, maar dat we hierin deel uitmaken van een groter geheel: Etty van Hillesum, bisschop Tutu, moeder Teresa en zo kunnen we nog vele voorbeelden noemen. We "trekken ze niet naar binnen", maar strekken ons naar hen uit: ze zijn onze broeders en zusters, zoals mensen broeders en zusters zouden moeten zijn.

De naam Apostolisch Genootschap is dan ook volkomen onbelangrijk en tegelijkertijd is ze voor mij de drager van dit gedachtegoed. Ze is, daar ben ik volkomen van overtuigd, een tijdelijke kwestie omdat ooit al die verschillende instituten hun muren zullen slechten. Ooit. Dat zullen velen een naïeve gedachte vinden, maar geloven mag ook iets kinderlijks hebben. Ik zal hierin geen enkel argument bestrijden.

Zolang ik binnen het Genootschap dit inspirerende gedachtegoed herken, mag ze voor mij iedere naam krijgen die wie dan ook maar bedenkt. De naam zal immers nooit iemand inspireren, maar wel wie we zijn en hoe wij in het leven staan.