maandag 30 september 2019

Het instituut Apostolisch Genootschap


Het hoofdkantoor van het Apostolisch Genootschap

Hoe je het ook went of keert, het Apostolisch Genootschap is een instituut en worstelt dan ook met alle problemen waar hedendaagse instituten mee te maken hebben. Er zijn nog maar weinig instituties die op gezaghebbende wijze onze dilemma's kunnen beslechten. Er is natuurlijk nog veel meer over te zeggen, maar het gaat mij in deze om dat gezag. Gezag in de betekenis van een aanvaarde macht van een, in deze situatie, organisatie (namelijk het ApGen) om een groep (mensen) te leiden.

Als we een kleine 30 tot 40 jaar terugstappen in de tijd, dan was dit thema nauwelijks aan de orde. De apostel bekleedde in belangrijke mate het morele gezag om het onderscheid tussen, ik zeg maar even kortweg, "goed" en "fout" te duiden. De geestelijk verzorgers die door hem werden benoemd, konden direct aanspraak maken op dit gezag: zij handelden immers in opdracht en uit naam van de apostel.

Dit is overigens niet een exclusief apostolisch verschijnsel: een vergelijkbaar gezag hadden de dominee, de burgemeester, de politieagent en de (huis)arts. Op basis van hun positie konden ze in belangrijke mate een bijna vanzelfsprekend gezag uitoefenen aan de mensen om hen heen.

Als iets de afgelopen decennia tekent, is het wel dat dergelijke gezagsverhoudingen ingrijpend zijn gewijzigd. In dit deel van de wereld werd het individu steeds belangrijker en kreeg alle ruimte om zich, in toenemende mate, naar eigen inzichten te ontwikkelen. Dat we hierin zo langzamerhand tegen grenzen aanlopen ("het oordeel van de arts is ook maar een mening..."), is evident, maar dat verandert voorlopig nog niet zoveel aan deze situatie.

Belangrijk is wel dat het ApGen en haar gezag als instituut in zeer grote mate gelijkgesteld kon worden aan het gezag van de apostel. Ook haar centralistische wijze van organiseren werkte hier nadrukkelijk aan mee.

Dit is toch wel een belangrijk verschil met een instituut als de RK-kerk of de PKN. Immers, alhoewel ook hier geestelijk verzorgers belangrijke gezagsdragers zijn, kennen deze instituties ook een lange, zeer lange traditie van opvattingen en normen en waarden die zich vanuit haar overtuigingen hebben ontwikkeld. Dat is veel minder afhankelijk van de gezagsdragers, maar vormt een dicht weefsel dat het instituut hoe dan ook draagkracht geeft.

En die draagkracht is nu waar het het ApGen aan ontbreekt. Juist doordat ook hier het natuurlijke gezag van de apostel steeds minder vanzelfsprekend werd, ontstond voor velen het dilemma van waar het dan eigenlijk wel om gaat. En precies hier ligt dan ook mijn fundamentele kritiek dat op enig moment zelfs de relatie (in de statuten) met het leven en werk van Jezus van Nazareth is losgelaten. Hiermee viel een belangrijk fundament weg en waren we, om het dramatisch uit te drukken, aan onszelf overgeleverd.

Het gevolg is een, ik kan het niet anders noemen toch wat geforceerde zoektocht naar fundamenten en uitgangspunten en ja, bij ontbreken van natuurlijk gezag is dan ook alles waar en mogelijk. Er zijn apostolischen die zich Christen noemen en anderen juist niet (en hier zelfs grote aversie tegen hebben); die zich Atheïst noemen en anderen nu juist niet; die hun religieus gevoel en ervaren van God als fundamenteel benoemen en anderen nu juist weer niet; die vinden dat we actief betrokken moeten zijn bij de verschillende maatschappelijke noden en anderen nu juist weer niet. En het is allemaal oké of misschien juist ook weer niet.

Want, hoezo oké? Of, hoezo niet oké? Op basis waarvan?

Oppervlakkige of slechte luisteraars verwijten mij wel eens dat ik "de klok veertig jaar terug wil draaien...", maar bovenstaande laat wel zien dat zoiets, zelfs als ik zoiets al zou willen (wat zeker niet het geval is), onmogelijk is. Immers, de maatschappelijke context is totaal veranderd en geestelijk leiders die alleen maar op basis van hun roeping gezag doen gelden alsof zoiets vanzelfsprekend is, zijn (gelukkig) ondenkbaar .

Wel blijf ik hartstochtelijk pleiten om aansluiting te blijven houden bij één van de oudste tradities waar ook de apostolische kerken uit afkomstig zijn, namelijk die van het Christendom. Ook omdat het mijn volle overtuiging is dat een instituut als het ApGen alleen voor de toekomst bewaard kan blijven, als het haar maatschappelijke relevantie kan duidelijk maken: aan haar leden (de kinderen!) en onze omgeving. En die relevantie ligt nu juist in het "voortborduren op het leven en werken van die Eersteling, Jezus van Nazareth". Op een eigentijdse wijze door moderne mensen. Maar wel gedreven door een gezamenlijk ideaal.

Want een instituut dat haar gezag heeft verloren, houdt echt op te bestaan.


5 opmerkingen:

  1. Beste Ed,
    ik vrees dat de "haar" ziekte chronisch is, maar je hebt natuurlijk gelijk.
    Je reactie heb ik verder met stijgende verbazing gelezen en ik heb me afgevraagd op basis waarvan je bij mij een zekere hang naar de "klassieke tijd" (zoals je het noemt) leest. Ik geef immers letterlijk aan dat ik er gelukkig mee ben dat de vanzelfsprekendheid van gezag op basis van een roeping of aanwijzing ondenkbaar is geworden en dat ik de klok zeker geen 40 jaar terug zou willen draaien. Het ApGen is meer dan alleen het tijdvak van apostel L. Slok. Soms lijkt het wel of we dat met elkaar vergeten. Vandaar mijn grote verbazing van jouw interpretatie van mijn tekst.
    Mijn betoog is dat, doordat het gezag van het instituut ApGen en het gezag van de apostel vrijwel geheel samenvielen (ook deze geschiedenis gaat verder terug dan alleen de periode L. Slok) en er verder weinig "traditie" is opgebouwd (anders dan in de protestantse en andere christelijke kerken), het ApGen als instituut kwetsbaarder is dan deze kerken. Immers, op basis waarvan komt ze tot haar uitgangspunten? Er is derhalve bij mij geen heimwee, maar wel een existentiële vraag, die ik hiermee oproep, naar de toekomst. Ik kijk niet terug, maar vooruit en vraag me af op welke wijze een koers kan worden uitgezet als het kompas ontbreekt (voor alle duidelijkheid: hiermee bedoel ik dus niet de apostel). Waar andere kerken een lange traditie van ethiek en moraal kennen, is dit binnen het ApGen veel minder ontwikkeld.
    Mijn pleidooi is nu juist om te onderkennen dat we een christelijke beweging zijn. Weliswaar op vrijzinnige basis (daar voel ik me persoonlijk heel goed bij), maar geworteld in het leven en denken van Jezus van Nazareth. Ook dat is geen heimwee (het is nu eenmaal onze geschiedenis), maar een overtuiging die mij een koers en daardoor ook vrije ruimte geeft om mijn apostolisch-zijn op moderne, tijdovereenkomstige wijze vorm en inhoud te geven. Eigenlijk dus meer vanuit de lessen van apostel J.L. Slok, die ons heeft meegenomen in de gedachte dat de gezindheid die Jezus in zijn (menselijke) leven liet zien, een gezindheid is die we allemaal in ons persoonlijke leven waar kunnen maken…door de wijze waarop we ons mens-zijn tonen aan onze medemens en in de wereld waarin we leven.
    p.s. ik heb de tekst een paar keer moeten herschrijven: ik kreeg steeds pas overzicht over hetgeen ik schreef nadat ik de tekst had gepubliceerd.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. p.s. 2 Ik doe onhandig en zie dat ik je opmerking, onbedoeld, heb verwijderd. Voel je a.u.b. om deze opnieuw te posten. Mijn excuses.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ed van Ooijen12 oktober 2019 om 06:07
    De schrijver lijdt aan de bekende "haar"ziekte waar velen zich aan bezondigen. Het is niet het ApGen en "haar" gezag, maar "zijn" gezag. ApGen is namelijk onzijdig. Verder is "waarden en normen" beter dan "normen en waarden", aangezien normen van waarden zijn afgeleid en daaraan ondergeschikt zijn. Uit de bijdrage blijkt duidelijk de hang naar de klassieke tijd van het ApGen met zijn absolutistische Apostel, waarin begrippen als eigentijdse Christus, kerkvorst en zonnekoning in één persoon waren verenigd. Maar die tijd van de eerste Apostel Slok komt nooit meer terug. Hij ondermijnde helaas zijn eigen schier onaantastbare gezag door zich van een deel van de jeugd te vervreemden met zijn reactionaire dwingelandij inzake haardracht, brillen, kleding en andere uiterlijkheden, welke zich vanaf het tumultueuze jeugdappel 1971 manifesteerde. Het moderne ApGen is religieus gezien nu een heel andere geloofsgemeenschap dan het klassieke ApGen waarin ik ben opgegroeid en op 31-jarige leeftijd voorgoed afscheid van nam, na jaren van intrapersoonlijke worsteling. De aftakeling in ledental gaat in een steeds hoger tempo, inderdaad net als bij andere instituties zoals traditionele kerken, politieke partijen en vakbonden. Daar zal ongetwijfeld nog wel eens een kentering in komen, maar het klassieke ApGen met zijn God als Mens evangelie zie ik niet snel in ere hersteld worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Beste Erik, ben het echt met je beschrijving van de huidige stand van zaken eens. Wij,als Apgen, kunnen inderdaad niet terugvallen op een langdurige traditie, maar we zijn dan ook met iets nieuws bezig. Ik heb tenminste nergens iets vergelijkbaars aangetroffen. Dat nieuwe is niet dat we onze religieuze inspiratie uit proberen te drukken in onze manier van leven (dat doen velen), maar dat we de bron van die inspiratie in onszelf en de ander zoeken. Juist het besef van onze fundamenteel 'menselijke oogkleppen' maakt onze spiritualiteit bijzonder. De manier waarop we dat tegenwoordig in het Apgen organiseren vind ik heel mooi. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken als ik vertel hoe het er tegenwoordig bij ons toegaat (gewoon, met vallen en opstaan), maar een 'religieuze commissie' die de spirituele koers gaat bepalen? Dat leidt tot richtingloosheid. Het is alsof mijn vader zegt: voortaan zijn mijn twee broers en ik je vader.

    BeantwoordenVerwijderen