26 september 2021
Vanmorgen werd in de eredienst door Jan Kasdorp gesproken over "de ziel". Hij deed dit vanuit de opvatting dat de ziel feitelijk jouw diepste persoonlijkheid, jouw diepste zijn vertegenwoordigd. Een veel gehoorde opvatting binnen het ApGen, waarmee ik toch moeite blijf hebben.
Bert vd Schaaff haakte hierop in en sprak over het "ik" en "de ander". Hij legde daarmee, zonder het expliciet over de ziel te hebben, de verbinding die ik mis in de opvatting van het diepste zijn. Dat beeld sluit het begrip "ziel" naar mijn smaak teveel op in zichzelf.
In eerdere teksten heb ik "ziel" meer beschreven als dat deel in mij dat nu juist verbinding maakt met de mij omringende wereld. Die wonderlijke ervaring van "aangesloten" zijn; het mezelf deel weten van dat grote geheel; het voelen van verwantschap, van vriendschap en zelfs liefde...De ziel als deel van mezelf dat resteert na het overlijden van mijn stoffelijke lichaam. De ziel als blijvend geheel en waarvan ik kan zorgen tijdens mijn leven dat dit deel groeit of verschrompeld door mij al of niet open te stellen voor verbinding.
Hoe verhouden deze beide opvattingen zich tot elkaar? Ze lijken elkaar uit te sluiten...
Toen schoot mij het begrip "Ubuntu" te binnen. Ik werd met deze denkwijze geconfronteerd door een (foto)boek dat is samengesteld door Frank vd Ham, een glaskunstenaar. Dit boek droeg de titel "Ubuntu" en werd ingeleid door bisschop Tutu. Vrij vertaald zegt "Ubuntu", "Ik ben omdat wij zijn". Deze humanistisch-filosofische opvatting uit Zuid Afrika geeft dus in essentie aan dat jouw diepste zelf altijd in relatie staat met de ander. Dit gaat ver: als de één lijdt, lijden we allemaal en, omgekeerd, we delen dus ook vreugde met elkaar. Er is dus altijd samenhang tussen mij en de ander(en). Onontkoombaar, alhoewel je je hier wel voor kan afsluiten. Je keert dan in jezelf of je kiest voor een kleine kring en sluit deze af van de buitenwereld. Dit kan leiden tot eenzaamheid: hoeveel uitgestoken handen je ook omringen, je ziet ze gewoon niet meer.
Dit geeft ook inhoud aan het begrip zielsverzorging want deze verbinding moet worden onderhouden. Het vraagt soms moed, soms troost en soms bemoediging om die verbinding weer aan te gaan. En soms moet je samen accepteren dat het er even niet inzit, zonder dat je elkaar loslaat. Feitelijk is dit ook de essentie van pastoraal werken, wat mij betreft. Door allerlei redenen kan er beschadiging ontstaan door wat mensen elkaar aandoen. Ook het leven zelf kan je beschadigen door een kind dat komt te overlijden, een ernstige ziekte die je treft, door natuurgeweld dat je overkomt. Het zijn allemaal verschijnselen die voortkomen uit diezelfde verbinding, net zoals de geboorte van een kind, het herstel van een slopende ziekte of het bewaard blijven ondanks natuurgeweld. Er zit namelijk geen rechtvaardigheid in deze verbinding, ze komen voort uit het leven zelf. Door deze worsteling aan te gaan, geef je voeding aan je ziel en je laat haar groeien. Zo laat je ook, is mijn overtuiging, een mooiere, rijkere wereld na.
Ubuntu is de verbinding.