"Tussen 1946 en 2001 groeiden duizenden Nederlandse kinderen op in een verborgen, parallelle wereld. Ze vormden een gesloten gemeenschap met zo’n 30.000 ooms en tantes, broeders en zusters, en één Vader die volledige overgave eiste: de Apostel. De groep had dagelijkse bijeenkomsten, een eigen taalgebruik, een intensief jeugdprogramma, een bijzondere levenstaak, aparte regels en rituelen. Overdag functioneerden de kinderen in het zichtbare leven in Nederland. ’s Avonds en tijdens de weekenden leefden ze in een voor buitenstaanders onzichtbaar universum."
Zo kondigt de uitgever de inhoud van het boek van Renske Doorenspleet aan. En natuurlijk begin ik eerst te puzzelen op haar naam. Dat is wat apostolischen doen. Zoeken naar lijntjes. De naam Doorenspleet is mij bekend: de zus van mijn vader was getrouwd met een Doorenspleet, oom Lex. Bovendien was in de gemeente waar mijn opa en oma kerkten een voorganger die ook Doorenspleet heette, oom Otto, een oom weer van oom Lex. Maar verder kom ik niet. Renske is mij onbekend.
Het verhaal van haar komt mij daarentegen in vele opzichten bekend voor. De verhalen, de teksten, de ervaringen. Ja, ook ik was een Apostelkind. Ik moet hier echter direct bij opmerken dat die hele term "Apostelkind" mij dan weer onbekend is. Ik ben tenminste nooit zo genoemd, zover ik mij kan herinneren. Ik herinner me alleen een kinderlied waar de term in wordt gebruikt, maar bij mij is dit een regel uit een kinderlied gebleven en niet meer dan dat. De apostel heb ik ook nooit ervaren of benoemd als "vader" en het kussen van zijn foto, één van de scenes in het boek, is voor mij ondenkbaar. Blijkbaar had de apostel, alhoewel erg belangrijk in ons leven, toch een andere plek in ons gezin.
Misschien waren wij ook niet zo'n doorsnee apostolisch gezin.
Ik worstel dan ook met enerzijds een voortdurende herkenning en tegelijkertijd, naarmate het boek vordert, een toenemend gevoel van vervreemding. Soms laait er zelfs, tot mijn eigen verbazing, woede op: mijn geschiedenis, al die mensen die mij lief zijn, mijn herinneringen, mijn verhalen, ze zijn opeens verdacht en er lijkt een stinkend laagje overheen te zijn gegoten.
Ik krijg de neiging om hen, mijn ouders, grootouders en al die broeders en zusters die mij zo dierbaar zijn, te verdedigen en realiseer me dat dit niet veel zin heeft. Het is háár verhaal en niet het mijne. Ik zal haar geschiedenis moeten respecteren anders wordt het nog een naargeestige vertoning, modder gooien over en weer.
Misschien toch dit.
Opvallend aan het boek van Doorenspleet is dat het volledig draait om de apostel en wel specifieker L. Slok en, later zijn zoon, J.L. Slok. Hiermee volgt ze een bekende en, wat mij betreft, beperkende, apostolische traditie. Apostolische geschiedenisboeken, ook de laatste van Brand, kenmerken zich doordat het niet de geschiedenis is van het apostolische werk, maar van individuele apostelen. Een kwetsbare benadering, dat Doorenspleet ook wel laat zien in de vaak schrijnende voorbeelden uit haar persoonlijke leven.
Als je mij vraagt naar mijn apostolische geschiedenis, of, zoals dat tegenwoordig wordt genoemd, mijn geloofsverhaal, dan gaat dat niet over Slok, maar over mijn opa en oma Zwart. Twee eenvoudige mensen die geen van beiden de lagere school hadden afgemaakt. Over het onwaarschijnlijke verhaal van mijn opa en hoe hij, na een getraumatiseerde jeugd als zwerfjongere, rust vindt in zijn geloof. Een eenvoudig geloof waarin hij de liefde als grondtoon in zijn leven wilde laten zijn. Hoe hij en mijn oma hun vastlopende huwelijk weer nieuw leven in wisten te blazen. Hun verhalen gingen niet over de apostel, maar over hoe de broeders en zusters van de gemeenschap hen een veilige haven boden. Over vriendschappen met anderen.
En ze stonden voor iedereen klaar, apostolisch of niet-apostolisch: mijn oma ging op 80-jarige leeftijd met haar buurvrouw (een jonge vrouw van een jaar of dertig en analfabeet) alsnog de lagere school afmaken, zodat haar buurvrouw kon leren lezen.
Die voorbeelden, die deden het voor mij.
En apostel Slok, de apostel van mijn jeugd, stond voor mij, eerlijk gezegd, heel ver weg. Hij kwam eens in de zoveel jaar in de gemeente en dan was het vol en, ja, er waren veel emoties. Maar vervolgens was hij weer jaren uit beeld en verdween hij voor mij weer helemaal naar de achtergrond.
De apostolische traditie is veel groter dan alleen het verhaal van een individuele apostel. Het is het verhaal van vele, vaak eenvoudige gelovigen. Ook die verhalen zijn van belang en mis ik in het boek van Doorenspleet. Zoals iedere kerkelijke traditie vele lagen kent: theologisch, dogmatisch, maar ook het vlechtwerk van talloze ongekenden die in hun dagelijks leven handen en voeten geven aan al die taal. Die worstelen met de tegenstellingen en de tegenstrijdigheden en hier steeds unieke antwoorden op geven.
Ik heb ze gezien en meegemaakt. Ik ben hier deel van.
Dat is mijn geschiedenis.
Jou geschiedenis, en de mijne. Dank.
BeantwoordenVerwijderenOok mijn geschiedenis. Geen trauma's maar veel mooie ervaringen
BeantwoordenVerwijderenU
BeantwoordenVerwijderenOok ik heb mijn ApGen-geschiedenis twee keer beschreven. De eerste keer ("Roots") op het forum Aya Plaza van Eric Drabbe, de tweede keer ("Onder mijns Apostels vleug'len")op een forum (Ons Plein) dat ik (als moderator) samen met Paula Bitter (als webmaster) had opgezet. Vooral dat laatste forum, een soort van luisterboek met veel Apostolische liederen erin verwerkt) en in 100 afleveringen verwood, oogstte veel "hits". Mijn reserves ten aanzien van "Apostelkind" zijn vooral dat de schrijfster op het moment dat Apostel L. Slok overleed (in 1984) slechts elf jaar oud was. Zij heeft de klassieke tijd (1946/1951 - 1984) van het ApGen dus nauwelijks of niet bewust meegemaakt, hoogstens als kind. En dat is toch heel wat anders dan als volwassene, waarbij mijn deel was dat ik mijn eerste grote liefde na twee jaar heen en weer te zijn geslingerd moest prijsgeven en dat ook mijn tweede grote liefde (eveneens niet Apostolisch van huis uit) zelfs na zeven jaren van wekelijkse en intensieve thuisbearbeiding nooit warm liep voor dat allesomvattende horizontale geloof met een Apostel door wie, tot wie en van wie alle dingen waren. Die pretendeerde de Alpha en de Omega te zijn voor zijn volgelingen en daar de absolute geestelijke, psychologische en sociaal-maatschappelijke heerschappij over voerde. Maar ik wacht met mijn definitieve oordeel over het boek Apostelkind tot ik het heb gelezen. Het ligt nu nog onuitgepakt in mijn werkkamer, mar zal er nu zeker snel aan beginnen...
Beste Ed van Ooijen.....heb jij nooit begrepen dat wat er in je kinderjaren in je rugzakje wordt gestopt bepalend is voor je hele leven??? Jammer dat je dat niet serieus neemt.
BeantwoordenVerwijderenWat een merkwaardige en kwalificerende reactie op hetgeen Ed van Ooijen schreef. Ik het het stukje van Ed driemaal gelezen, en vind daarin niets dat tot die reactie aanleiding geeft.
VerwijderenVolgens mij begrijpt Ed van Ooijen heel goed wat de betekenis van een rugzakje is. Volgens mij is hij hier juist erg serieus over. Jammer dat er zo slecht wordt gelezen, inderdaad.
BeantwoordenVerwijderen