vrijdag 14 juni 2019

Bewaren



Zoals u misschien heeft gevolgd in de nieuwsberichten, wordt mijn woonplaats, Gouda, de afgelopen weken geteisterd door een onverlaat die auto's in de brand steekt.

Altijd 's nachts en altijd stiekem.

Het houdt de gemoederen flink bezig. En dat is waarschijnlijk weer koren op de de maalstenen in het hoofd van onze brandstichter.

Hoe dan ook.

Vanmorgen stond ik in mijn voortuin. Een straatgenoot passeerde mij. We  groetten elkaar. Op de hoek aarzelde hij even en toen draaide hij zich nog even naar mij om:

"Gelukkig zijn we vooralsnog bewaard gebleven voor de autobranden..."

Zonder dat hij zich dit realiseerde, drukte de man ergens bij mij op een knop, waardoor in mijn hoofd een lied begon te zingen.

De voluit gezongen melodie golfde door mijn brein, de woorden wilden niet erg meekomen. Een tekst over stormen en golven en dat "uw hand ons zou bewaren..." of was het nou "uw arm..."?

Van wie die "hand" of die "arm" was, is binnen het ApGen nooit helemaal duidelijk. In de tijd dat we dit lied zongen, ruim 30 jaar geleden, zou het zomaar kunnen slaan op de apostel, maar het zou ook god kunnen zijn.

Misschien omdat we daar nooit goed uitkwamen, worden dergelijke liederen tegenwoordig niet meer gezongen. Zeker niet voluit.

Toch kan ik me herinneren dat er met mij iets magisch gebeurde als we dit lied zongen. Dat gebeurde dan tijdens een bijeenkomst waar het jeugdkoor zong: een paar honderd stemmen die de ruimte vulden.

Het gaf vertrouwen.

Er was iets waar we op konden terugvallen. Ook als het allemaal verloren leek. Als de golven je dreigden te overspoelen. Als je niet meer wist waar je het zoeken moest van ellende.

Het zou er zijn...

Maar we hebben hier nooit een beeld bij gevormd. Het bleef bij dat gevoel dat je op dat moment leek op te tillen. Dat gevoel dat er niets was dat je niet aan zou kunnen. Dat je altijd weer boven zou komen drijven. Dat je uiteindelijk weer vaste grond onder je voeten zou krijgen.

Maar van wie was dan toch die arm die je zou beschermen?

We gaven eigenlijk al het antwoord toen we het zongen en ervoeren: het zit diep in ons. Daar zit de kracht die ons zal beschermen.

En we kunnen het bij elkaar oproepen.

En het was er ook weer toen die buurman voorbij liep en nog even iets over bewaren naar mij riep....

Ook ik had het bewaard. Diep in mijn hart.

Het is er nog steeds ...

naschrift: de melodie zong de verdere middag door mijn hoofd en stukje bij beetje kwamen ook de woorden weer terug:

Al wankelt d´aard,
Gij wankelt niet o Heer
Heil wie op U vertrouwt,
Gij zijt een staf tot over ´t graf
Een vaste rots in ´t wilde meer
Voor hen die op U bouwen

Al stormen de golven van het meer
Al dreigen doodsgevaren
Tot U alleen
Roept mijn geweĂȘn
Gij zijt mijn toeverlaat, o Heer,
Uw arm zal mij bewaren…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten