maandag 27 mei 2019

Klop, klop ...




Eigenlijk wordt alles gezegd met het openingsritueel voordat een eredienst begint.

De voorganger klopt op de deur die toegang geeft tot de kerkzaal waar de broeders en zusters hebben plaatsgenomen.

Die klop op de deur:

- je vraagt of je mag binnenkomen,
- de ander moet jou toegang geven,
- en wel in intiem gebied: je hart

Dat dwing je nooit af. Dat is nooit een vanzelfsprekendheid. Het is biddend vragen.

Ik heb het vaak gezegd als ik de broeders en zusters had begroet: de dienst begint met een klop op de hartensdeur en je bepaalt zelf of ik mag binnenkomen. Daar ga ik dus helemaal niet over.

Een oudste uit mijn jeugdjaren zei het zo:

"we doen nu onze schoenen uit en gaan op kousevoeten naar binnen. We betreden heilige grond..."

Waar liefde woont, 
in hart en huis,
daar vindt ook vrede weer een woning,
en wie een plaats zoekt van ontkoming,
vindt daar een goed en veilig thuis.
Waar liefde woont.
Waar liefde woont, 
in 't samengaan,
daar is begrip, daar is vergeven,
daar is aanvaarding van het leven
en dient een nieuwe wet zich aan.
Waar liefde woont.
Waar liefde woont, 
ja, daar is God.
Daar groeien hoop, geloof, vertrouwen
en kan iets kostbaars zich ontvouwen,
ervaart men grenz'loos zielsgenot.
Waar liefde woont.
Zoals het mannenkoor ons soms toezingt. Als je geluk hebt, wordt het gezongen wanneer je als voorganger de zaal binnenkomt. Dan is de toon gezet en hebben we het gebied waar we willen zijn met elkaar bepaalt.
Maar het begint altijd met een klop op de deur. 
Een vragen.
Een gebed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten