vrijdag 22 februari 2019

Wat een spreker is die man....





Wat opvalt in veel apostolische erediensten is dat de preek schijnbaar spontaan wordt gegeven. De voorganger heeft zelden een tekst op papier voorbereid. Weliswaar staat iedere eredienst een weekbrief centraal en dat komt in de inleidende woorden ook zeker aan de orde, maar die inleiding gebeurt veelal uit het hoofd.

Apostolischen spreken overigens nooit over een preek. Over het algemeen wordt eenvoudigweg over "de dienst" gesproken, als men het heeft over dat wat door de voorganger is besproken. 

Een weekbrief heeft vaak een thema en deze staat meestal ook boven het schrijven. Soms is dit thema goed herkenbaar in het schrijven en daardoor meestal ook in de inleiding door de voorganger, soms echter moet je ook goed je best doen om een thema te ontdekken. En de voorganger mag het dan een beetje uitzoeken :) 

Het moet natuurlijk gezegd: de ene voorganger is wat talentvoller in het verzorgen van een eredienst dan de ander en er zijn er zeker ook die er ronduit niet zo handig in zijn. Je weet nu eenmaal niet altijd op voorhand bij een aanwijzing of iemand een goede spreker is en bovendien, de kwaliteit van een voorgaande priester zit hem zeker ook niet alleen in het kunnen verzorgen van een eredienst.

Er is dus geen preek op papier voorbereid, naast de weekbrief die door de apostel is geschreven.

Een inleidend deel duurt meestal een kleine 40 minuten voordat wordt begonnen met het voorlezen van de weekbrief.

Waar deze gewoonte vandaan komt: het "spontane spreken", ik weet het niet. Ik weet wel dat het al zolang bestaat dat ik in ieder geval niet anders weet. Ik kan mij nog goed de voorgangers uit mijn jeugdjaren herinneren, althans degenen die fascinerende sprekers waren. Ik kon echt ademloos naar deze mannen, in die jaren kwamen alleen nog maar mannen op de verhoging, luisteren. Als ware kunstenaars van het gesproken woord varieerden ze hun volume van hard naar zacht, lieten soms doordachte pauzes vallen en konden dan opeens vol vuur hun punt maken. Bezielde sprekers. Prachtig.

Wat ook fascinerend is, maar dit vooral in het nazien: veel van deze mannen hadden een zeer eenvoudige komaf, academisch opgeleiden waren er eigenlijk maar nauwelijks. Zover ik me kan herinneren: een verzekeringsagent, een schilder, een garagehouder, een fabrieksarbeider, een laborant. Een groot verschil met tegenwoordig: de sprekers zijn nu veelal juist wel academisch of HBO-opgeleid. 

Of het daarmee ook betere sprekers zijn?

De voorbereiding van een eredienst ziet er voor iedereen weer anders uit. De weekbrief wordt al in de loop van de dinsdag gepubliceerd. Velen zullen er dan reeds een blik op werpen, zeker als ze weten dat ze die zondag zullen voorgaan. Vaak begint de voorbereiding van de eredienst voor deze groep dan ook al vanaf dat moment een rol te spelen in hun weekactiviteiten.

Ik heb dit altijd anders gedaan. Ik keek nooit op dinsdag naar de nieuwe weekbrief en ik bekeek ook nooit van tevoren of ik die zondag een dienst moest verzorgen. Op vrijdagavond verzamelen de priesters van een district zich voor een voorbereidende vergadering en daar krijg je formeel de vraag of je de eredienst in een bepaalde gemeente wilt verzorgen.

Dat was voor mij altijd het moment dat ik wist dat ik die zondag was ingedeeld (of niet). Zaterdagavond was dan voor mij het moment om de eredienst voor te bereiden. Dat bestond uit lezen van de weekbrief en me nader verdiepen in de tekst: door associaties kwam ik op eigen teksten (bv gedichten of liederen) of ik herinnerde me momenten die van toepassing zijn op de inhoud. Vaak ook gebruikte ik bijbelteksten om tot verdieping te komen. Als ik na enkele uren weer naar de huiskamer kwam, had ik weliswaar veel losse componenten in mijn hoofd verzameld, maar de lijn had ik meestal nog niet te pakken. Ik sliep altijd prima, de nacht voordat ik een dienst moest verzorgen. Wel stond ik altijd vroeg op en las ik in de rust van de vroege zondagochtend de weekbrief nog een keer, alsmede mijn aantekeningen. Dat was altijd het moment dat ik ook voor mezelf de lijn te pakken kreeg. Op het papier van de weekbrief stonden veelal wat korte steekwoorden of ik onderstreepte een passage waar ik wat meer aandacht aan wilde besteden. Soms ook had ik een boekje bij me waarin een tekst die ik toepasselijk vond. 

Er wordt steeds vaker gebruik gemaakt van youtube. Ik heb dit nooit gedaan: persoonlijk vind ik het oproepen van youtube-emoties wat te gemakkelijk en ook veelal te oppervlakkig. Ik wilde altijd gebruik maken van de kracht van het woord. Ik geef het toe, soms is een filmpje erg toepasselijk, maar meestal vind ik het te gemakkelijk.

En hoe begin je dan een dienst? Dát had ik altijd goed voorbereid: de eerste zin of mijn eerste beeld had ik heel concreet uitgewerkt. Hierna zag ik het wel en meestal liep het dan ook bijna als vanzelf...

Een belangrijke les: het wel of niet slagen van een eredienst is veelal onafhankelijk van hetgeen wordt gezegd. Soms is een knipoog van iemand die naast je zit, maar veel vaker een lied dat wordt gezongen het moment dat je hart zich opent.

En vooral: daar heb je als voorganger dan weer helemaal niets over te zeggen ... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten