donderdag 17 januari 2019

Bloemen vol kleuren....



Ik was spin.

Ik moet ergens op de foto staan, maar geen idee waar. Die enorme man in het midden is de voorganger van mijn jeugd, herder van Schelt.

Door de broeders uit de gemeente was er een enorm houten geraamte gemaakt, welke met (ik denk) papier-maché was opgevuld tot een groot schild. Dit werd op mijn rug gebonden en ik kreeg nog een pak aan waar door de zusters door middel van opgevulde maillots 6 poten aan waren vastgemaakt.

Mijn broer was een sluipwesp.

In de eerste minuten van het spel, werd ik door de sluipwesp doodgestoken. Ik moest in het schild gaan liggen en dat was mijn plek de rest van de musical. Ik kan nu nog de houten latjes in mijn rug voelen.

Ik beschrijf een kinderkerstspel toen ik, ik gok, een jaar of 8 oud was. Ik was nogal een druk en bezig mannetje en nog steeds verdenk ik de zusters die het spel met ons instudeerden ervan, dat ze bedacht hebben dat ze op deze wijze gedurende het hele spel geen omkijken naar me hadden.

Ik lag immers dood in een hoekje.

Geen idee meer waar het verhaal over ging en wat de relatie met kerst was.

Ik herinner me wel een deel van het slotlied: "bloemen vol kleuren, bloemen vol geuren..." Over die arme, dode spin had niemand het meer.

De kerstspelen waren enorme gebeurtenissen in iedere apostolische gemeente.

In de ochtend van tweede kerstdag werd een kleuterkerstspel opgevoerd, de middag was voor volwassenen. Ook het middagspel was ieder jaar weer een echte happening. Maandenlang werd er gewerkt aan decors; aan toneelkleding. Zangkoren oefenden liederen en de spelers waren wekenlang bezig om hun teksten in te studeren. Ieder kerstspel eindigde altijd met een slotlied. Bij het middagspel stond dan de halve gemeente op het podium, altijd om de herder heen en in de zaal stond alleen nog het zangkoor.

En enkele opa's en oma's die de kerstdagen bij de kleinkinderen doorbrachten. Als ze tenminste niet in hun eigen gemeente werden verwacht, want de kerstdagen vierden apostolischen bij voorkeur  samen in de eigen thuiskerk.

Niet onbelangrijk: ná het kinderkerstspel kregen de kinderen uit handen van de voorganger een kerstcadeau. Deze werden door de broeders en zusters uit de eigen gemeente vervaardigd. Hier waren de verschillende knutselkringen vrijwel het hele jaar mee bezig.

Ik was kind in Beverwijk. Een arbeidersgemeente. Handige mannen. Wij gingen dan ook naar huis met bureaus, vrachtwagens van hout, enorme blokkendozen en een slee van staal en hout. De laatste staat nog op onze zolder: niet kapot te krijgen. Dat bureau heb ik op een gegeven ogenblik maar naar het grof vuil gebracht: ook dat had nog decennia lang mee kunnen gaan. Alleen dat fel oranje bureaublad, dat kon echt niet meer.

Ook kreeg ik eens een sjoelbak. Ook die hebben we nog en om de één of andere reden is ook die fel oranje.

Het was, voor mij, een veilige en ook warme omgeving. En ja, het was erg intern gericht. Gelukkig is dit inmiddels enorm veranderd en kunnen apostolischen ook een leven leiden naast hun activiteiten in hun kerk. Dat is winst. Ik geniet hier van.

De kerstdagen zijn nog altijd belangrijk, maar er is alle ruimte voor viering in eigen gezin en vrienden.

Toch zou ik deze jeugd nooit hebben willen missen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten