woensdag 2 januari 2019

God



Tijdens een sollicitatiegesprek, het was voor een functie binnen een Protestants-Christelijke organisatie, werd mij gevraagd of ik wel geloofde dat Jezus de zoon van God was...

Ik heb geantwoord dat ik dat geloofde, zoals ik ook geloof dat alle mensen kinderen van God zijn.

Dit was geen taalspelletje van mij.

Jezus is voor mij de verpersoonlijking van een mens die God ging beschouwen als zijn vader en daardoor tot een persoonlijke relatie met God kon komen. Die de liefde als kern van die relatie beschouwde en vanuit ook daaruit zijn medemens ging benaderen.

Het is voor mij niet zo belangrijk of Jezus als historisch figuur ook werkelijk op onze aarde heeft rondgelopen. Persoonlijk vermoed ik wel dat er ooit een man is geweest op wie alle verhalen uiteindelijk zijn gebaseerd. Maar ik realiseer me heel goed dat de tijd hier zo'n enorm filter tussen heeft gezet, dat feitelijk niet meer te achterhalen is wat er nu historisch juist is en wat er naderhand is toegevoegd.

Als de kern van zijn boodschap zijn persoonlijke relatie met God is, waarin de liefde centraal staat en die hij deelt met zijn medemens, dan is dat voor mij genoeg.

Die persoonlijke relatie, daar is men nogal mee op de loop gegaan. Men heeft er een exclusieve relatie van gemaakt.

De enig geboren zoon van God...

Daar heb ik dan weer erg veel moeite mee.

Ook is de relatie erg letterlijk opgevat: God als vader. In mijn optiek is het een beeld. Een beeld die een persoonlijke relatie mogelijk maakt.

Want God is geen persoon, en toch leeft hij in mensen en wordt daarmee verpersoonlijkt.

"Maar dit ene wordt mij steeds duidelijker: dat jij ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en door dat laatste helpen we onszelf." (uit: het verstoorde leven - Etty Hillesum)

Ook Etty Hillesum spreekt God heel persoonlijk aan. Zij zoekt hem niet buiten zichzelf, maar in haarzelf. Ze beschrijft hem zelfs als een onmachtig wezen...


tenzij...

In mijn kast staat een boek dat ik ooit alleen maar heb gekocht omdat ik de titel zo mooi vind:

"God is een werkwoord." (David Cooper - een Amerikaanse rabbi)

Deze twee benaderingen vormen voor mij de sleutel tot het begrip God.


Een oude, wijze Goudse priester binnen het ApGen, priester van Hofweegen, formuleerde het eens zo voor mij, toen ik hem vroeg wie of wat God was:

"Eerlijk gezegd, ik heb daar geen goed antwoord op. Ik kan je alleen wel dit zeggen: iedere keer als iemand mij iets vertelt over God, over wie of wat hij of zij is; over hoe hij God beleeft, dan kan ik steeds alleen maar zeggen: "En dat is óók waar...""

We tobben binnen het Apostolisch Genootschap nogal met het woord God. Als heel apostolische oplossing, nou ja, beter is: non-oplossing, beginnen we tot herformuleringen te komen, zoals "Bron van Zijn" of het woord wordt tijdens een gebed volledig genegeerd. 

Ik heb meegemaakt dat ik, op de parkeerplaats van een kerkgebouw, na afloop van een dienst, door mij verzorgd, van een broeder die de dienst had bijgewoond, een telling kreeg overhandigt van het aantal keren dat ik het woord "God" had gebruikt. Ieder streepje was er één teveel geweest, aldus deze broeder.

"Jij kunt ons niet helpen, maar dat wij jou moeten helpen, dat wordt mij steeds duidelijker..."

Geen opmerkingen:

Een reactie posten